Sessie 3
Ze koos een beeld uit de zes kaarten die voor haar lagen.
'Deze'; zij ze met een zucht.
'Kan je er iets over vertellen?' vroeg ik voorzichtig.
'Ja, het zware tillen van de koffers'.
Ik knikte meelevend met haar mee.
'Waar voel je dat in je lichaam?'
Ze sloeg haar ogen neer en liet haar schouders naar voren vallen.
Toen ze na een tijdje op keer, zag ik verdriet.
Meer woorden waren er niet (nodig). Het beeld was zo ondersteunend om te voelen.
Sessie 1
Oefening A: gevoelscirkel.
Wat is een minder fijne plek in jouw cirkel? (links).
'Dat bruine daar'.
Wat is een fijne plek in jouw cirkel? (rechts).
'Het moet me denken aan het noorderlicht'.
Sessie 2
'Welke omgeving past voor jou bij het noorderlicht'? vroeg ik.
Ze koos het bos, daar had ze fijne herinneringen aan met familie. Vroeger, toen het nog onbezonnen was. Voordat oma overleed gingen ze veel vaker. 'Nu is iedereen ouder en hebben ze het allemaal druk'; zegt ze teleurgesteld.
Een bos, met een leeg pad. Het noorderlicht (haar fijne plek) zouden we de volgende sessie (3) toevoegen.
Sessie 3 (vervolg):
Ineens zag ik het verband: het (nog lege) pad naar het noorderlicht. Een soortgelijk pad als het beeld wat ze koos aan het begin van deze sessie (3).
'Is dit de situatie nu?' Ik wijs naar de kaart met de zware koffers.
En dit wat je eigenlijk jezelf zou toewensen (als jij de beste vriendin van jezelf zou zijn)?. Ik wijs naar haar tekening.
'Wauw, het was me niet opgevallen dat het allebei een pad is'.
Ze tekende zichzelf op het pad; onderweg naar het licht. Haar werk gaf ze als titel: 'omarmen' en zei;
'alsof de roze wolk mij een knuffel geeft'.